27 oktober 2025

OP WEG NAAR BETHLEHEM ...

 

Wie denkt daarbij niet aan dat jonge echtpaar, de vrouw hoogzwanger, die meer dan 140 kilometer te voet moesten reizen, ook nog door vijandig gebied, zodat de echtgenoot zich kon melden als lid van een bepaalde stam - en die dan na zo'n zware reis ook nog eens geen onderdak vonden voor de geboorte van hun kind...
Toen: van Nazareth naar Bethlehem... 

Nu - ruim 2000 jaar geleden - zijn er nog steeds ontelbaar veel mensen gedwongen te moeten reizen naar een (ongastvrij) "Bethlehem". Velen, vele miljoenen zelfs, moeten vluchten voor politiek of militair geweld en ook vele miljoenen zijn klimaatvluchtelingen, die door de klimaatverandering hun bestaansmogelijkheden verloren hebben en zelfs duizenden kilometers verder hun heil moeten zoeken.

Ook NU, in 2025, is er weer een beweging naar Bethlehem, niet naar het Bethlehem achter de door Israël opgerichte muur in Palestina, maar naar de grote stad in Brazilië, die Belém, d.w.z. Bethlehem heet.

Naar dit Bethlehem, bewust gekozen bij de monding van de Amazone, de belangrijkste rivier in het  Amazone-gebied,  zullen binnenkort vele duizenden mensen heenreizen, vol verlangens, prognoses, idealen, goede moed en ook met opdrachten, reserves en zorgen, die zich allemaal op een of andere manier bekommeren om het veranderende klimaat en het vervuilende milieu - en de (negatieve) gevolgen daarvan voor zóveel vooral arme mensen.

Het gaat om de a.s. grote klimaat-bijeenkomst van de Verenigde Naties in Belém, van 10 tot 21 november, tien jaar na de historische bijeenkomst in Parijs, waar het Verdrag van Parijs 2015 is gesloten.

Déze mondiale bijeenkomst, met de technische naam COP30 (Conference of Parties 30) is ongetwijfeld van cruciale betekenis voor de nabije en verdere toekomst van "ons gemeenschappelijke huis", zoals paus Franciscus onze zo mooie, zo vruchtbare en nu zo bedreigde aarde noemde.

Tijdens deze klimaattop moeten overheden nieuwe stappen zetten om de klimaatcrisis te beperken en de doelstelling (van Parijs 2015) van maximaal 1,5 graden opwarming van het klimaat te halen. De conferentie is essentieel om wereldwijde afspraken te maken (want dáár gaat het om) en om hiervoor (veel betere) klimaatfinanciering voor de meest getroffenen te vinden. 
Besluiten van de COP komen tot stand op basis van consensus en gelden voor alle landen die lid zijn van de VN.

DE TWEE ZONES
In de zogenoemde BLAUWE ZONE vinden de formele onderhandelingen plaats. Hier worden de belangrijkste beslissingen en onderhandelingen over klimaatverandering besproken. 
Dit gedeelte is alleen toegankelijk voor gedelegeerden van lidstaten, waarnemers, VN-organisaties en geaccrediteerde maatschappelijke organisaties.

Daarnaast is er de grote GROENE ZONE. Daar komen zeer veel organisaties samen om initiatieven rond duurzaamheid - in de breedste betekenis van het woord - met elkaar te delen en om zo effectief te netwerken : elkaar helpen, want dat is buitengewoon belangrijk om de moed er in te houden en om steeds opnieuw tot creatieve vertalingen te komen van goede ideeën - in de niet zelden weerbarstige praktijk.

DE AGENDA
Het duizelt je als je ziet wat er allemaal op de agenda staat !
Hier de voornaamste punten:

* DE NATIONALE KLIMAATPLANNEN : landen zullen nieuwe en ambitieuze nationale klimaatplannen (moeten) presenteren, die dienen bij te dragen aan het globale doel van 1,5 graden Celcius.

* KLIMAATFINANCIERING: er moeten veel meer middelen komen om ontwikkelingslanden, die nauwelijks aandeel hebben aan de klimaatopwarming, maar er wel het meeste onder lijden, te helpen met tegenmaatregelen.
Daarmee hangt nauw samen:
*AANPASSING EN VEERKRACHT: Het vergroten van aanpassingen om gemeenschappen beter voor te bereiden op of te helpen bij het verwerken van de gevolgen van de klimaatverandering. B.v. hulp bij droogte of beveiliging tegen oceaanstijging.


* FOSSIELE BRANDSTOFFEN: Dit is een zeer heet hangijzer: Het gebruik van met name kolen, aardgas, aardolie, schaliegas en schalieolie moet snel verminderd worden en tegelijkertijd (omdat er nu eenmaal een toenemende behoefte aan energie is) het krachtig stimuleren van een rechtvaardige enertietransitie : het overgaan naar vormen van 'schone' energie, zoals zon, wind, water, aardwarmte, waterstof e.d.  De schone energie wordt geleidelijk aan wel goedkoper, maar de vervuilende brengt nog steeds veel meer geld op. Dit vraagt dus om gericht BELEID.




* RECHTVAARDIGHEID EN INCLUSIE
: een rechtvaardige transitie, waarbij ook gender-gelijkheid (o.a. de rechten van vrouwen en meisjes), de rechten van inheemse bevolking en van andere kwetsbare gemeenschappen centraal staan. 

* TRANSPARANTIE EN VERANTWOORDELIJKHEID: 
Het controleren van de voortgang op de gemaakte afspraken én het versterken van de mechanismen voor het afleggen van verantwoording, staan hierbij centraal. 



* BESCHERMING VAN ECOSYSTEMEN: 

Brazilië, als gastland, zal specifieke aandacht vragen voor de bescherming van bossen en ecosystemen, die essentieel zijn voor het klimaatbeleid (b.v. de regenwouden Amazone, Borneo, Congo).

Een enorme hoeveelheid werk ! 
Het is overigens allemaal VOORTZETTING van waar al lang aan gewerkt wordt. Al die zaken zijn al jaren aan de orde, zeker na "Parijs 2015". 
Maar eigenlijk is al die inzet op wereld-niveau al begonnen in 1992 tijdens de  EARTH SUMMIT in Rio de Janeiro, óók in Brazilië. 
Toen kwam men wereldwijd bijeen uit zorg voor de klimaat- en milieu-ontwikkeling van onze aarde en de gevolgen daarvan voor ons mensen - en dat was alweer véle jaren ná de waarschuwing in 1972 door het rapport van de Club van Rome : GRENZEN AAN DE GROEI.

Deze zo lange ontwikkeling dreigt veel mensen te ontmoedigen. De nood is zó groot en de vooruitgang zó klein - zo lijkt het in ieder geval. Het feit dat president Trump van de Verenigde Staten (welke tot de grootste vervuilers behoren) het Verdrag van Parijs heeft opgezegd - en nu een zeer milieu-beschadigend beleid voert - is ook iets dat velen (ook in Amerika) zeer teleurstelt en ontmoedigt.
Overigens laten 'de Amerikanen' zich niet kennen en nemen er heel wat "lagere instanties" op eigen initiatief volop deel aan de green zone om 'van onderaf' toch te doen wat mogelijk is: gouverneurs, niet-gouvernementele organisaties, vertegenwoordigers van de religieuzen, enz. )  
Want al deze mensen zijn ervan overtuigd:

ONTMOEDIGING IS GÉÉN OPLOSSING.
 
Het is zeer verheugend dat er vanuit oprechte zorg wereldwijd een enorm aantal 'tegenbewegingen' gaande zijn: Tienduizenden voorbeelden van gemotiveerd doorzetten én vertrouwen. Niet alleen binnen de katholieke / christelijke gemeenschappen  maar ook binnen andere geloofsgemeenschappen en levensovertuigingen, zoals bij de Islam , het Judaïsme, het Hindoeïsme, de Bahaï beweging, het Boeddhisme, het Shintoïsme en zo voort. Sommige hebben zelfs een soort eigen 'Laudato Si' document, zoals de Islam: 

Binnen de katholieke wereld is sedert het verschijnen van de encycliek Laudato Si  een wereldwijde Laudato Si Beweging ontstaan, begrijpelijk zeer gestimuleerd door wijlen paus Franciscus. 
Onlangs hield deze Beweging nabij Rome een op COP30 gerichte voorbereidingsbijeenkomst met als thema : CREATING HOPE FOR CLIMATE JUSTICE.
Enkele belangrijke punten:

* PAUS LEO  bemoedigde de meer dan 500 vertegenwoordigers van organisaties, verbanden en groeperingen en benadrukte daarbij iets wat heel wezenlijk is om vol te houden en echt vruchtbaar te zijn, namelijk dat het altijd blijft gaan om twee zaken : onze spirituele overtuiging, onze innerlijke diepte én onze praktische inzet. Ze kunnen niet zonder elkaar: contemplatie én actie, actie én contemplatie: ze voeden én ze corrigeren elkaar.

* Daarnaast was een boeiende spreker de voormalige gouverneur van Californië,  Arnold Schwarzenegger, die vanuit zijn jarenlange inzet voor milieu sprak en heel geestig én zeer ter zake het vuurtje bij zijn gehoor verder aanblies.

Hij noemde paus Leo een ‘actieheld voor klimaat-rechtvaardigheid’. Met een glimlach leidde de paus de aandacht af van zichzelf en richtte hij die op de mensen die voor hem waren verzameld: “Er is inderdaad een actieheld onder ons – dat zijn jullie allemaal, die samenwerken om een verschil te maken.” En hij sloot af met een uitdaging die blijft weerklinken:
God zal ons vragen of we de wereld die Hij heeft geschapen hebben gekoesterd en verzorgd, en of we voor onze broeders en zusters hebben gezorgd. Wat zal ons antwoord zijn?

* Uitdagend was ook Marina Silva, de Braziliaanse minister van milieu, die een verhelderende analyse gaf van wat bij velen de morele hindernissen zijn voor klimaat-actie (wat goed is je daarvan bewust te zijn) en daarnaast bemoedigend beschreef hoeveel goeds er wél sedert vorige COP's al op vele terreinen gebeurd is, waarvan ik hier slechts één belangrijk punt noem: er is vastgelegd is in 2030 de hernieuwbare energie drie keer zo groot wordt gemaakt en dat de energie-efficiëntie minstens verdubbeld wordt. Dit lijken alleen technische zaken, maar die zijn in feite voor het klimaat van groot belang - en hebben al meetbare doorwerking in veel bedrijven en fabrieken wereldwijd.

* De voorzitter van de bisschoppenconferentie van Brazilië, kardinaal Jaime Spengler, benadrukte dat we, juist als gelovige en vertrouwende mensen, de moed moeten hebben om profetisch te zijn, niet moeten aarzelen dingen bij hun naam te noemen, niet bang moeten zijn voor tegenspraak, kritiek of cynisme en moedig moeten verder werken, individueel en vooral ook sámen. Dit is óns aandeel, de toekomst is aan onze Schepper. Hiermee resoneerde hij duidelijk met de woorden van paus Leo.





Beste lezer, dank voor het lezen tot hiertoe.

Zoals eerder opgemerkt, het bovenstaande, zowel de grote bijeenkomst in het Braziliaanse Bethlehem, als zo'n inspirerende ontmoeting in Italië, het zijn maar topjes (of toppen, als u wilt) van een bergmassief van inzet voor klimaat, milieu en de slachtoffers daarvan. Tegelijkertijd met óók de pijn, dat er zoveel méér gedaan zou kunnen worden.

Hoe dan ook, ik hoop dat het bovenstaande uw belangstelling en vertrouwen heeft vergroot en u kunt blijven meeleven én meedoen met die menselijke zorg voor ons "gemeenschappelijke huis" - die prachtige wereld, die ons mensen is toevertrouwd, en die Sint Franciscus bezong in zijn Zonnelied, dat met "Laudato Si, Signore .." opende.

Johan Muijtjens
oktober/november 2025









03 oktober 2025

VEERKRACHT - WEG NAAR HEELHEID

 

VEERKRACHT is een van de prachtige vermogens van de natuur die gearmd gaat met groeikracht.
Veerkracht in de levende natuur is niet alleen telkens weer terugveren bij een 'schok', zoals de veren van een auto, maar een soort 'vooruit-veren' : een stap achteruit zetten om dan een iets grotere stap vooruit te zetten. Het is de dynamiek van een groeiproces. Die dynamiek werkt in talloze planten en dieren, ja wezenlijk in de hele natuur en daarom zeker ook bij ons mensen. Problemen, schokken, dagen uit tot 'eventjes terug', maar dan, vernieuwd, een stapje verder gaan. Via rust en 'versteviging' de weg vérder gaan naar volgroeidheid en heelheid.
De wijze natuur biedt ons een enorme rijkdom aan voorbeelden - ook van verschillende soorten veerkracht, waarvan we er hier slechts enkele kunnen noemen.


IN DE PLANTENWERELD
Enkele soorten veerkracht: fysiologisch, morfologisch, biochemisch en relationeel/coöperatief.

FYSIOLOGISCH :
Sommige planten sluiten hun huidmondjes bij droogte om waterverlies te beperken, verstevigen in die 'rusttijd' en groeien, als er weer vocht is, verder. Zo gaan bij cactussen en andere woestijnplanten de huidmondjes 's nachts open en sluiten die zich weer bij toenemend licht - en zo ook bij droge en vochtige perioden.


MORFOLOGISCH (vorm en beweging):
Cactussen vormen vaak ook een buffer: ze hebben dikke stengels en doorns om water vast te houden en verdamping te beperken - en overleven zo periodes van droogte - om, als er weer vocht is, open te gaan en vaak prachtig te bloeien.
Of, zoals bij zonnebloemen, die met bloemen en bladeren 'snelle' aangepaste bewegingen maken, om optimaal van het zonlicht gebruik te kunnen maken, wat nodig  voor de fotosynthese: het aanmaken van voedende suikers en het produceren van zuurstof.
Dit heliotropisme (bewegen naar de zon - en naar het licht in het algemeen) is iets van vrijwel alle planten, zij het minder opvallend en snel dan bij b.v. zonnebloemen. Alle planten hebben een innerlijke drang naar het licht - om te blijven leven én om verder te groeien naar voltooiing.

BIOCHEMISCH : 

Planten maken als verdediging een grote verscheidenheid beschermende stoffen aan om zich tegen hitte,  UV-straling, droogte en / of aanvallers te beschermen - en gaan gestaag verder met hun groei. Zo hebben bv. druiven, bessen, tomaten (afb.), appels, rode kool natuurlijke zonnefilters, die tevens beschadiging van het DNA tegengaan. In spinazie, wortelen, maïs en paprika wordt het fotosynthese apparaat tegen overmatige lichtenergie beschermd. Weer andere planten verspreiden beschermende geuren of prikkelende stoffen, zoals b.v. de brandnetel.
In feite heeft bijna iedere plantensoort zijn eigen mix van antioxidanten, foto-beschermende of afwerende stoffen, afhankelijk van de omgeving waarin ze groeien. 

ECOLOGISCH en 'RELATIONEEL': 

Veel planten vormen zaden, soms hele zaadbanken ondergronds, die lange tijd kunnen wachten tot de omstandigheden weer gunstig zijn, en groeien en ontwikkelen zich dan weer verder. 
Andere planten (b.v. grassen) ontwikkelen wortelstokken, waarin voedsel wordt opgeslagen, en waaraan groeipunten ontstaan, om later (bv. na begrazing of brand) weer 'snel' te kunnen groeien - én bloeien !

Dit gebeuren in de ondergrond is een buitengewoon rijk gebied, dat de laatste decennia grote aandacht heeft gekregen vanwege de 'sociale' kant ervan: zeer veel planten helpen elkaar, beschermen elkaar, waarschuwen elkaar bij gevaar. De wortelsystemen (de rhyzomen) zijn niet alleen met elkaar verweven maar hebben naast de fysieke steun en stabiliteit die ze geven aan de plant of boom ook levenbevorderende functies, in twee richtingen: de voedingstoffen uit de fotosynthese in de bladeren worden naar de wortels getransporteerd waar ze schimmels, algen, bacteriën voeden. En omgekeerd wordt water, o.a. door de capillaire werking, omhoog getransporteerd met daarin een veelheid aan specifieke (groei)stoffen, die de bacteriën, algen en schimmels 'als tegenprestatie' maken voor de plant / boom en haar bloemen en vruchten.

En, zoals gezegd, dit is niet alleen voor de individuele plant of boom, maar voor het grote netwerk van alle grote en kleine planten samen. Men heeft dit wel speels het Wood Wide Web genoemd, naar het www (world wide web) van het internet, om zo de vooral ondergrondse actieve relatie tussen bomen en andere planten, b.v.  in een bos, aan te duiden. Wonderlijk is ook dat er niet zelden zelfs van een zekere hiërarchie sprake is, waarbij b.v. "moederbomen" een speciale (leidende, beschermende) rol vervullen  binnen een bepaald ecosysteem - en dit óók tussen de verschillende soorten planten onderling. Een buitengewoon rijke vorm van onderlinge steun en samenwerking. Een gevarieerdheid en een samenwerking die een wezenlijke 'sleutel' vormen voor de veerkracht van een stuk natuur. Echte ecologische veerkracht !
[ Een bijzonder mooi boek hierover is dat van Peter Wohlleben : Het verborgen leven van bomen. Wat ze voelen, hoe ze communiceren. Ontdekkingen uit een onbekende wereld. ]


IN DE DIERENWERELD
Ook hier zijn er verschillende soorten veerkracht : gedragsmatig, fysiologisch, fenomenologisch, ecologisch, coöperatief, enz.

GEDRAG / MOBILITEIT

Veel vogels migreren (trekken) vaak duizenden kilometers om kou of voedseltekort te vermijden - om daarna weer terug te keren (vaak naar dezelfde broedplaats) om zich te vermenigvuldigen, verder te groeien en op de langere duur als soort te evolueren.
Bekende voorbeelden zijn de trekkende zwaluwen en ganzen, maar er zijn tientallen andere soorten migranten,  zoals de nachtegaal, de tuinfluiter, de spreeuw, de witte ooievaar, enz.
Naast deze 'extreme' mobiliteit is er, voor alle dieren, altijd al de lokale mobiliteit die hun extra mogelijkheden biedt om voedsel te zoeken, te nestelen, te paren, enz. waarbij die typische veerkrachtige beweging (even terug en dan verder vooruit) vaak een wezenlijk kenmerk is.

FYSIOLOGISCH: 

Sommige dieren houden een winterslaap of een zomerslaap om energie te besparen bij extreme kou of hitte (ook hitte vraagt veel energie om koel te blijven) - om daarna weer te ontwaken en voort te leven en zich verder te ontwikkelen.
Bekende voorbeelden zijn egels, vleermuizen en hamsters (afb.), die in winterslaap (hibernatie) gaan om energie te besparen bij kou en voedselschaarste. Hun hartslag en ademhaling vertragen en hun lichaamstemperatuur daalt sterk, zodat ze maanden kunnen overleven zonder te eten en / of door alleen heel 'voorzichtig' de aangelegde vetreserves te gebruiken. Dat 'overwinteren' zie je ook bij reptielen en amfibieën, zoals slangen en schildpadden, die zich vaak ingraven in de modder onder water.
Weer anders is het bij sommige insecten: die overwinteren als ei of gaan, zoals het lieveheersbeestje, in groepen bij elkaar zitten én vertragen hun lichaamsfuncties.  

Interessant vind ik ook dat bij bepaalde beren, zoals de zwarte en de bruine beer, diep in hun warme hol, de vrouwtjes jongen tijdens hun winterslaap / slaperigheid, wat natuurlijk enorm energie-efficiënt is.
 

De zomerslaap (estivatie) is wat minder bekend, maar komt ook veel voor, zoals b.v. bij het vogelbekdier (afb.), grondeekhoorns, padden en kikkers.
Huisjesslakken voorkomen in de zomerwarmte uitdroging door de opening van hun huisje te sluiten. Ze gaan dan in zomerrust of diapause, waarmee ze het droge en hete seizoen overleven.

Een 'tussenvorm' is de winterrust van b.v. dassen, eekhoorns en de al genoemde beren, die wel hun lichaamstemperatuur kunnen laten dalen, maar toch tussendoor wakker worden om te eten, zoals de eekhoorn, die van tijd tot tijd zijn wintervoorraad aanspreekt.

AANPASSING VAN UITERLIJK (fenomenologisch)

Veel zoogdieren ontwikkelen een dikke windervacht, die ze in het voorjaar weer verliezen, om 'verfrist' verder te leven en te groeien. Andere verwisselen van kleur, zoals b.v. de sneeuwhaas (afb.) die van bruin naar wit verandert in de winter en daardoor minder opvalt voor roofdieren: een vorm van dynamische en beschermende mimicry.
Een heel andere oplossing om droogte en voedseltekort te overkomen zien we bij  kamelen, die weken zonder water en met weinig voedsel kunnen door vet en vocht op te slaan (in hun bulten en elders) en hun lichaamstemperatuur te reguleren.

ECOLOGISCH: 

Dieren passen hun voedselkeuze aan of zoeken steun en bescherming door te leven in groepen om zo hun overlevingskansen te vergroten.
Die aanpassing van voedselkeuze en omgeving zien we b.v. bij de zalm (afb.), die zich in zijn verschillende levensfasen aanpast aan zout en zoet water door tegen de sterke stroom van ('zoete') rivieren in te zwemmen om daar te paaien - en dan later weer het zoute zeewater op te zoeken.
Herten schakelen 'moeiteloos' over naar bast en twijgen wanneer gras en kruiden schaars zijn in de winter.


SAMENWERKING  (coöperatief) :


Net als bij planten, die door samenwerking overleven en groeien, veerkrachtig zijn en evolueren, zien we dit ook veelvuldig bij dieren. Een van de meest sprekende voorbeelden zijn wel de mieren, die in wonderlijke en creatieve samenwerking  voedsel weten te vinden (zie afb.) en dit in hun kolonies systematisch opbergen, Bovendien, door een uitgekiende taakverdeling en strategie, beschermen en verdedigen ze zich tegen extern gevaar.

De hogere termieten leggen voedselvoorraden aan via het eten en omzetten van  vormen van cellulose (hout, papier, gras e.d.) en door het kweken van  schimmeltuinen: schimmels laten groeien op plantaardig materiaal, die als (eiwitrijk) voedsel dienen. En ook hier, net als bij mieren, is er een opvallende taakverdeling die hun leven, overleven en verdere ontwikkeling ten goede komt. Ook weer vormen van veerkracht, die ontwikkeld zijn binnen de eigen context en mogelijkheden.

Naast deze 'kleine' dieren zijn er die vele vormen van samenleven en samenwerking, die we gemakkelijk kunnen waarnemen, zoals bij (families van) olifanten, (roedels van) wolven, samen jagende leeuwen, dolfijnen en orka's die samen jagen, maar ook bij runderen, honden, stokstaartjes, apen en giraffen. Het zijn allemaal dieren die door onderlinge steun de "uitdagingen van het leven" aankunnen, weerbaar zijn en verder kunnen groeien en ontwikkelen.

BIJ DE VISSEN EN DE VOGELS :
Natuurlijk zijn vogels en vissen ook dieren, maar zij verschillen toch in veel opzichten van de landdieren, inclusief de reptielen en de amfibieën. 
Vissen en vooral vogels zijn heel sterk in samen-doen, leven in gemeenschap, waardoor ze extra veerkrachtig zijn en, zich aanpassend aan veranderende situaties ook verder evolueren.

VISSEN zijn, in het algemeen, sociale dieren. Het is bekend hoe ze samen hun voedselbronnen verdedigen en daartoe zelfs met andere soorten coalities vormen. Ze communiceren via visuele, akoestische en chemische signalen en door gedrag. Ze houden vaak krachtige hiërarchieën in stand. Er zijn al genoeg voorbeelden van hoe ze snel van elkaar kunnen leren, b.v. om voedsel te vinden of een vijand te onderkennen. Zo waarschuwt b.v. de tandbaars (afb.) door trillen zijn collega's voor een verborgen prooi. Ook komt mutualisme voor: het verlenen van diensten aan elkaar, zoals b.v. elkaar reinigen.
Allemaal voorbeelden van hoe ze te midden van allerlei 'problemen' flexibel en creatief blijven, ook nieuwe strategieën ontwikkelen, en zo grote veerkracht en voortgaande ontwikkeling vertonen.

VOGELS zijn wat dit betreft wellicht nog sprekender. Zij hebben veel manieren om te communiceren en samen te leven - waardoor hun overleving, hun veerkracht en zo hun toekomst en ontwikkeling bevorderd worden.

Mussen, papegaaien, flamingo's (afb.), kraaien en zangvogels, zoals lijsters en merels, zijn slechts enkele van de ontelbare voorbeelden. Hun grote intelligentie blijkt op vele manieren: 
* groepsvorming, wat helpt bij bescherming tegen roofdieren en bij het navigeren bij het trekken, 
* communicatie via geluiden, lichaamstaal, kleuren, zowel om elkaar te (her)kennen alsook om te waarschuwen tegen gevaar, te informeren over voedsel en van elkaar strategieën en aanpassingen aan nieuwe situaties te leren.
* samenwerking bij het zoeken naar voedsel, bij nestkeuze, bij  het (op)voeden van jongen en het delen van voedsel (voor de jongen), bij bescherming tegen gevaar en bij oefening in tactieken.
* heterogeniteit : het actief gebruik maken van verschillende kwaliteiten en mogelijkheden, door samenwerking met andere vogels van verschillende soorten.
* organisatie, taakverdeling (b.v. bij aanval en verdediging of het verwerven van voedsel), met een onderlinge hiërarchie, met duidelijke leiders en volgers, om zo optimaal te functioneren.

EN - LAST BUT NOT LEAST - BIJ ONS MENSEN ?
Na al het voorgaande is overduidelijk hoezeer de natuur ons leert veerkrachtig te zijn en naar grotere heelheid en voltooiing toe te groeien.
Zonder volledig te willen zijn noem ik enkele punten:

* Verbondenheid en samenwerking :Onze menselijke veerkracht vergroten we door samenwerking, door relaties en verbondenheid. Dit is in het gewone leven van enorm belang. Zoek steun bij elkaar, probeer niet je problemen op je eentje op te lossen.

* Heterogeniteit: Daarbij ook, zoals b.v. de vogels en zoveel andere dieren (en ook planten) ons leren, open te staan voor de kracht heterogeniteit: het waarderen en bewust 'benutten' van onderlinge verschillen. De natuur leert ons steeds opnieuw dat monocultures extra kwetsbaar zijn. Dus ; laat je leren en helpen door mensen die een andere achtergrond hebben of een andere visie hebben. Niet gemakkelijk, maar wel vaak een sleutel voor een échte uitweg.


* Langzame variabelen : De hele natuur leert ons ook aandacht te hebben voor wat we 'langzame variabelen' noemen: Oog hebben voor en vertrouwen hebben in ontwikkelingen die onopvallend en langzaam gaan, maar die op de duur veel effectiever zijn dan kortstondige gebeurtenissen en zgn. snelle veranderingen of oplossingen, de zgn. quick fits. Heb geduld, laat zaken groeien, vertrouw op de diepere en zogenaamde zachte levenskrachten.


* Blijven leren: Een ander punt is de bereidheid om te blijven leren, open te blijven staan voor nieuwe benaderingen en inzichten, omdat bestaande informatie en ideeën vaak snel verouderen en omdat meegroeien nodig is om contact te houden met het léven, om zó veerkrachtig te blijven.


* Het grotere geheel : Wat vaak ook zéér helpt om veerkrachtig te blijven is oog te hebben voor het grote(re) geheel en de ontwikkelingen waar we vaak middenin zitten (en daardoor soms moeilijk te zien zijn). 
Wat zijn de echte waarden en doelen in ons leven ? Je geloofsovertuiging of je levensovertuiging : die kunnen ons een krachtig vertrouwen geven en zijn datgene wat ook op de langere termijn steun geeft.

* Bewustzijn :Er wordt steeds meer bekend over bewustzijn bij dieren, hun emoties, hun vreugde en pijn, hun doelgerichtheid. We noemen dit vaak instinct en beschouwen dat dan als een soort (automatisch) mechanisme - "verschillend van ons mensen". Voortgaand onderzoek nuanceert dit steeds meer en breidt de begrippen uit. Door nadenken, afstand nemen, langdurige reflectie kan ons bewustzijn groeien, kan ons zelfbesef zich verdiepen, kunnen we meer leren van onze ervaringen, begrijpen we meer wat ons eigenlijk motiveert - en worden zo steeds meer toegerust tot die weerbaarheid die ons doet groeien en tot steeds grotere heelheid en voltooiing brengt.

Beste lezen, dank voor het lezen tot hiertoe.

Ik hoop dat al die dynamiek in de hele natuur - waar wij wezenlijk deel van uitmaken - je sterkt in het vertrouwen dat wij goede bronnen hebben om weerbaar te blijven en naar grotere heelheid te groeien.
Moge ons allen dat vertrouwen, die energie en die voltooiing geschonken worden! 

Johan Muijtjens
oktober 2025